Vrienden en familie lachten mij erom uit, maar ik wist zeker dat ik niet gek was. ik zag ze écht. Met hun lange ledematen , melodieuze stemmen en haren in alle mogelijke kleuren van de herfst. Geel, oranje, rood, grijs, bruin en zwart. Soms zelfs zo paarsblauw als rijpe bosbessen of knalgroen als vers gras. Ze waren altijd druk. Het was een ijverig volkje. En ze waren zeker geen sprookjesfiguren, zoals iedereen mij altijd vertelde.
Met sommigen had ik contact. De meesten besteedden geen aandacht aan zo’n onbeduidend schepsel als ik, maar er waren er ook die minstens zo nieuwsgierig waren naar mij als ik naar hen. Van hen leerde ik meer over hoe zij leefden. Over fantastische uitvindingen die mijn verbeelding te boven gingen. O, ik kon alleen maar dromen van een leven zoals dat van hen!
Ze waren zo vernuftig, daar konden wij nog veel van leren. Maar ja, niet dat dat ooit zou gaan gebeuren. Want niemand wilde mij geloven als ik zei dat mensen écht bestonden.
Dit verhaal schreef ik voor mijn blog op hetmagischeverhaal.nl.